Inleidende presentatie
In de Workshop tragedie schrijven wordt de aandacht gericht op de compositieprincipes van de Griekse tragedie. Na een beknopt overzicht van de Griekse opvoeringscondities – bijvoorbeeld de drie-acteursregel, de indeling van de theatrale ruimte – en de praktische gevolgen daarvan voor het schrijfproces, wordt eerst een aantal formele kenmerken van Griekse tragedies besproken: de indeling in proloog, parodos, episoden en koorliederen, exodos; het gebruik van verschillende de voordrachtsvormen spraak, recitatief en zang. We bekijken het verschil tussen toneeltaal en literaire taal en onderzoeken de opbouw en dynamiek van monologen en dialogen, en het belang van muzikaliteit.
De workshop
Bij een workshop van één dagdeel schrijven de leerlingen vervolgens in kleine groepen een korte scène op basis van precies omschreven aanwijzingen (een proloog, debatscène, koorlied, bodeverhaal enz.). De verhaalstof van een onbekende tragedie van Euripides over de strijd tussen de zonen van Oidipous om de macht over Thebe (Fenicische vrouwen) vormt hierbij de basis. De principes die in het eerste deel van de workshop zijn besproken, worden nu door de leerlingen zelf toegepast. De geschreven scènes worden in het laatste uur van de workshop door de leerlingen zelf voorgelezen of gespeeld, waardoor in één dag de contouren van een nieuwe toneeltekst ontstaan.
Bij een workshop van twee dagdelen kan de invulling variëren en is meer mogelijk in overleg. De basisopzet zoals hierboven besproken blijft hetzelfde, maar er is meer ruimte voor de schrijfopdrachten. Alle geschreven teksten worden in het laatste deel van de workshop door medeleerlingen gespeeld. Zo ontdekken de leerlingen in de praktijk hoe hun teksten en hun ideeën over de enscenering ervan werken. Als de tijd het toelaat besteden we ook nog aandacht aan de keuzes die Euripides heeft gemaakt. We gebruiken daarvoor videobeelden van de voorstelling die Theatergroep Hollandia in 1996 van Fenicische vrouwen maakte, in de regie van Johan Simons en Paul Koek.
Een andere mogelijkheid is dat de leerlingen in kleine groepen een opzet maken voor een eigen tragedie: het selecteren van de verhaalstof, het samenstellen van de plot, de globale invulling van de scènes en van de koorliederen als scène-overgang, en de keuze van de personages (in relatie tot de drie-acteursregel). Vervolgens schrijft elke groep twee of drie scènes (bijvoorbeeld monoloog, dialoog, koorlied). Aan het eind van de workshop lezen of spelen de leerlingen de scènes aan elkaar voor. Ook voor deze invulling zijn twee dagdelen nodig.
Deze workshop is geschikt voor leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar. U kunt deze workshop aanvragen middels het contactformulier.